Dagkant 0000.0011

 

        Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin: blz. 135 ("Dagkant, -vlak, -zijde"), 325 ("neg(ge)")

- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Eerste deel: A - K. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [679 blz. ISBN -]. Hierin "Dag": blz. 314 ("Dag, ook dagkant, dagzijde of negge genoemd, is het binnenvlak van het materiaal dat een opening omsluit. Bij kozijnen en ramen is dit het binnenvlak van de stijlen en de dorpels of regels. Bij openingen in metselwerk spreekt men eveneens van de dag, waarmede men de binnenzijde van het onbepleisterde of bepleisterde steenvlak bedoelt" - dit is de volledige tekst. Opmerking: met 'binnen' wordt blijkens de tekening bedoeld: de zijde die te zien is vanaf het hart van de opening, dus niet de binnenkant van het gebouw - jp0211)

- Müller, Hellmut & Rolf Naumann, Quetschfalten, Kreuzbogenfriese, Wendischer Verband. Fachbegriffe des Romanischen Backsteinbaus und der kirchlichen Baukunst in Altmark, Jerichower Land und Mark Brandenburg. Jerichow (Klostermuseum Jerichow), 1999. [60 blz. ISBN -]. Hierin "Laibung, Leibung": blz. 33